Er was eens een bos waarin iedereen heel hard werkte. De winter stond voor de deur en alle dieren moesten eten zoeken. Werken, werken, werken, zoals mieren dus.
Eén dier speelde, danste, zong liedjes, verzon grappen, rijmen en moppen. Ze gaf optredens en shows voor al die andere hardwerkende dieren, maar ze werkte dus niet.
En toch had Krekel een grootste fan; Zippi, de kleine mier.
En toen kwam koude, regen, wind, hagel en sneeuw.
Konijn, Vogel, Beer en Mier spoeden zich naar hun holen voor een winterslaap. De arme Krekel bleef achter in de kou, zonder eten, zonder dak boven haar hoofd. Had ze maar gewerkt zoals de andere dieren, denkt u dan. En zo dachten die andere dieren er ook over.
Maar dit is niet het einde van dit verhaal.
Gelukkig maar.
De fabel van de Krekel en de Mier, maar dan echt om te lachen.